RKEDO 4 – Gewonnen uitputtingsslag
440
post-template-default,single,single-post,postid-440,single-format-standard,bridge-core-2.3.6,ajax_fade,page_not_loaded,,qode_grid_1300,qode-theme-ver-22.2,qode-theme-bridge,disabled_footer_top,wpb-js-composer js-comp-ver-6.2.0,vc_responsive
 

RKEDO 4 – Gewonnen uitputtingsslag

Op 25 april 2015 vierde Johan Cruijff voor de laatste keer zijn verjaardag. Een dag later maakte ik voor de laatste keer de negentig minuten vol. Tot gisteren.

Omdat De Foresters zich had teruggetrokken uit het nacompetitievoetbal had ik opeens een vrije middag zodat ik mijn diensten kon aanbieden aan RKEDO 4. Het werd een zware, nee, een heel zware middag.

Twee keer vijfenveertig minuten ben ik sinds mijn overstap naar het veteranenvoetbal niet meer gewend en als ik eerlijk ben is twee keer een half uur ook lang genoeg. Het is op het moment dat ik dit schrijf al meer dan vierentwintig uur na de wedtrijd en ik ben nog steeds niet helemaal hersteld van de inspanning. De hoge temperatuur van gistermiddag maakte het allemaal nog zwaarder. Gelukkig was scheidsrechter Kruijer, al meer dan 42 jaar lid van de COVS, bereid om halverwege beide helften een drinkpauze in te lassen anders had ik de uitputtingsslag op sportpark de Kruising waarschijnlijk niet overleefd.

Het is bewonderenswaardig dat Kruijer, die van de digitale pasjescontrole een slapstickachtige onemanshow maakte, nog altijd bereid is zijn tijd op te offeren voor het plezier van anderen. Want hij zal in de loop der jaren heel wat naar zijn hoofd geslingerd hebben gekregen en dat wordt niet minder als hij de buitenspelregels van voor het wait-and-see-tijdperk blijft hanteren en blijft weigeren de voordeelregel toe te passen als hij een overtreding heeft gezien. Van partijdigheid van de arbiter was echter geen sprake en dan moet je zijn beslissingen accepteren, hoe moeilijk dat ook is. Kruijer deed gewoon zijn stinkende best en daar kun je niet anders dan respect voor hebben. En dat respect was er dan ook van beide teams en dat mag ook wel eens worden gezegd.

Een blik op de ranglijst leerde me dat tegenstander KSV de hekkensluiter is en dat de onderlinge confrontatie eerder dit seizoen op De Krom in 8-1 voor RKEDO was geëindigd. Dat mocht dus geen probleem opleveren, dacht ik en verheugde me op een relaxed potje ballen. Ik kwam echter al snel bedrogen uit.

Het was misschien wel de krankzinnigste wedstrijd die ik ooit heb gespeeld. Na een minuut was de stand al 1-1 en met de rust keken we tegen een 5-3 achterstand aan. En dat terwijl ik het gevoel had dat wij veel beter waren. KSV had versterking dan kon bijna niet anders want ook RKEDO 4 had versterking.

Er stond bij de ploeg uit Heerhugowaard een piepjong elftal binnen de lijnen. Mijn tegenstander vroeg of ik Justin Bos kende want die zat bij hem in de klas. ,Ja, ik voetbal met zijn vader in het team’, antwoordde ik. Dat zegt al genoeg. Conditioneel waren ze echter niet sterker dan wij.

In de tweede helft hebben we dan ook geen kans meer weggegeven en door het geduld op te brengen en niet als een kip zonder kop aan te vallen bouwden we aan een terugkeer in de wedstrijd. Wel hadden we besloten om de bal niet meer achterin rond te spelen want het veld was het droogste, kaalste en hobbeligste veld waarop ik dit millennium heb gespeeld. Bij Vrone zouden ze zich zelfs voor zo’n veld schamen. De enige plek waar de bal niet hobbelde was in de zandkuil een meter of vijfentwintig voor ons doel. Een dergelijke kuil verwacht je niet op die plek. Het was alsof ze er bij slecht weer kruiwagens zand uit hebben geschept om er het doelgebied van het A-veld mee te ontplassen.

Vlak voor de drinkpauze viel de aansluitingtreffer en een minuut of vijf voor het einde ook de gelijkmaker. KSV was stuk gespeeld en ze liepen net als ik met hun tong op het knollenveld. Ik overwoog me diverse keren te laten wisselen maar dat kon ik voormalig topkeeper Nico Pater niet aandoen die speciaal voor mij naar ’t Kruis was gereisd om me aan het werk te zien. Nico kreeg geen spijt van zijn keuze want vlak voor tijd produceerden we ook nog de winnende treffer waardoor de bizarre uitslag van 5-6 op het bord stond. Een dikverdiende overwinning waar zelden zo hard voor is geknokt. Vijf tegentreffers in één helft tegen de onderste is natuurlijk heel slecht maar zoals Cruijff ooit zei: ‘Je moet altijd zorgen dat je een doelpunt meer scoort als de tegenstander’.

Geen reactie's

Geef een reactie